top of page

Van de byen, koeye of ossen-mest en stro

Ze houden van mest. Bijen vinden het zo lekker dat ze het vocht ervan drinken op een mesthoop. Er schijnen nuttige zouten in te zitten. En dat bijen een ‘welbehagen hebben in de lucht van koeye of ossen-mest’, dat wist Theodorus Clutius (1546-1598) al, de hortulanus van de Hortus Botanicus in Leiden. Hij schreef in 1597 het eerste Nederlandse boek over bijen: Van de byen. Het is een tweespraak tussen Carolus Clusius en Theodorus Clutius. Een instructieve vraag -en antwoordspel over bijen.

Editie uit 1705

Van de byen is voor de liefhebber gescand en integraal te lezen of te raadplegen op internet. Als je echt een exemplaar in handen wilt hebben, kan dat bijvoorbeeld in de Erasmuszaal van de Bibliotheek Rotterdam. Daar kan een editie uit 1705 worden geraadpleegd. Daarin staat dat de korven werden ingesmeerd met koeienmest vermengd met klei of kalk. De korf bleef daardoor langer goed en was bestand tegen weersinvloeden. In 'Clutius' valt ook te lezen dat de korf bij voorkeur gevlochten moet zijn van roggestro. Geen tarwestro, stro van gerst, haver of triticale. Je hebt stro en stro. Het luistert nauw. Roggestro is effener, gladder en langer dan tarwe en haverstro. En het bevat veel meer kiezel. Daarvan is de celvorming kristallijn en hexagonaal. Toeval? Ook hier weer het terugkerend thema van de zeshoek.

Archief
Zoeken op tags
Er zijn nog geen tags.
bottom of page